Een pers-expert op bezoek!

Lieven Cosijn is sinds twee weken Adviseur van de Directeur voor de Media bij het Europees Parlement. Daarvoor werkte hij 10 jaar lang in België, ook als adviseur. Hij weet dus meer dan genoeg over de pers en het werken met journalisten. De MEP-pers kreeg de kans om hem te interviewen!


Hoe verzekert u zich ervan dat informatie die naar buiten wordt gebracht over het Europees Parlement nauwkeurig en evenwichtig is?


Wat wij doen is onafhankelijk. Ons persteam gaat vooral kijken naar de meest neutrale positie. Je krijgt veel stemmen van mensen en fracties door elkaar heen met dus veel verschillende meningen, maar samen komen die tot een duidelijk standpunt en die brengen we vervolgens uit. Dat is dus geheel factueel. Verder quoten we alleen maar uitspraken die worden gemaakt. Zodat alles wat we uitbrengen objectief blijft. Verder voeden wij ook de X accounts van elk parlement.

Is er informatie die de pers niet mag uitbrengen over het Europees Parlement?

Het parlement is transparant, dus er is geen informatie die niet mag worden uitgebracht. Als er desinformatie wordt gevonden dan vragen we de bron van publicatie om het recht te zetten. Hier is een speciale dienst voor die zich specifiek daar meebezig houdt. Een lek van informatie komt eigenlijk niet tot zelden voor en als het gebeurt is het vaak bewust gedaan door een tegenstander van de gepubliceerde informatie.

Hoe spelen social media platforms een rol in het verspreiden van nieuws en informatie over het Europees Parlement? En ook richting jongeren?

Wij doen studies naar hoe mensen nieuws consumeren op alle platforms. We merken dat er heel veel verschillen zijn in hoe mensen nieuws consumeren. Wij zitten als parlement op X, Instagram, Youtube en Facebook, maar niet op Tiktok. Vanwege veiligheidsredenen mogen we geen kanalen openen op Tiktok. Wel kijken we op TikTok om te weten wat er speelt en werken we samen met content creators om het nieuws ook meer naar jongeren te brengen.
Er is een afdeling die alle jeugdactiviteiten bundelt, maar die is heel klein. Zij kijken hoe zij de minderheden kunnen bereiken. 

Is social media door de jaren heen veranderd? En merkt u verschil?

De manier waarop jongeren de social media consumeren is niet meer klassiek, maar meer sociaal, zoals onder andere podcasts. Een handicap die wij hebben is dat wij achter de trends van social media blijven aanhollen. We zitten wel op Facebook en Instagram. Vooral hier merken we dus dat we achter de trends aanhollen en ze eigenlijk nooit inhalen. Alleen zijn we nooit op TikTok geraakt. Dat is zo omdat we een overheidsinstantie zijn en we niet zomaar accounts kunnen openen. Ik vind dat dat sneller moet kunnen.
De social media platforms zijn soms moeilijk en hard tegenover mensen en dat is anders dan vroeger. 

Hoe kunnen jongeren invloed krijgen op het Europees Parlement?

Ja, hoe kun je invloed hebben zonder een echte stem? In België zouden de meeste van jullie al wel mogen stemmen!
Ik denk dat initiatieven zoals MEP helpen, maar de meeste parlementsleden zijn ook heel toegankelijk.
Greta Thunberg was ook pas 14 toen ze de klimaat staking initieerde. Zo kreeg zij ook veel aandacht voor zichzelf maar ook haar doelstelling.
Ik denk ook dat het belangrijk is om je te verenigen met mensen die hetzelfde denken over een bepaald onderwerp. Je kan dan wel niet stemmen, maar wel samen komen en een punt maken, door bijvoorbeeld te gaan staken. Met zo’n beweging kun je wel contact leggen met de parlementsleden maar ook door groot te worden op bijvoorbeeld Instagram of door kleinschaligere politici te benaderen met een concreet voorstel of probleem waar je hun aandacht naar wil richten.

Hoe bent u bij deze positie terechtgekomen?

Met geluk. Ik ben eerst politieke wetenschap gaan studeren in Gent, daarna specifiek internationale politiek met een paar keuzevakken in Europeese politiek. Later was ik student journalistiek en begon ik met het interviewen van journalisten van de pers korps. Ik heb overigens ook stage gedaan bij de Europese commissie en ben later terechtgekomen bij de vertegenwoordiging van de commissie in België. Ik ben daar terecht gekomen door mijn stage leider, puur geluk dus. Het is daarom ook handig om stages te doen en connecties te maken. 

Wat vind u zo leuk aan uw werk?

De verschillende nationaliteiten en de mensen zelf vind ik erg leuk. Je ziet zo veel dingen uit een ander perspectief en dat houdt je ook scherp. Je dag is onbepaald en er kan altijd nog van alles gebeuren. Het is eigenlijk een soort verrassing. De onzekerheid van je dag en het praten met mensen maakt mijn werk voor mij zo leuk.

Wat is het tofste moment in uw carrière tot nu toe?

De verkiezingsavond in 2014 en 2019. Op die dagen verandert het parlement tot een soort perszaal. Er zijn dan ongeveer 600 tot 700 journalisten en er zijn overal set-ups met camera’s. Iedereen is overal en rent heen een weer om bijvoorbeeld interviews af te nemen. Het is een soort georganiseerde chaos.Als er je bij zo’n productie geen plezier in hebt of passie voor hebt, kom je tot geen eind. Mijn werk is voor mij zeer gratifying.

 

Geschreven door: Amélie Jansen-Lepoeter en Celine Makoya

Vorige
Vorige

Van Lanschot (Volt): ‘‘De Europese Unie maakt ons sterker’’

Volgende
Volgende

Ontmoet de commissies!